Onderzoekslijn
Volgen van acht- tot veertienjarigen in hun ontwikkeling
De overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs is een belangrijke transitie voor elk kind. Het in kaart brengen van de ontwikkeling van kinderen met behulp van leerlingvolgsystemen is een belangrijk hulpmiddel om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Het moment van keuze (vroege selectie of latere selectie) maakt uit, evenals de werkwijze bij het gebruik van toetsen, en specifiek bij de doorstroomtoets. Zo maakt de breedte van ontwikkelingsgebieden die wordt getoetst (alleen cognitieve ontwikkeling of ook niet-cognitieve ontwikkeling) uit, en staat ter discussie of de huidige werkwijze ondersteunend is voor doorlopende leer- en ontwikkellijnen van kinderen.
De centrale vraag is: wat is nodig om het leer- en ontwikkelproces van 8- tot 14-jarigen binnen het primair en voortgezet onderwijs beter te kunnen volgen en kansrijk te kunnen adviseren en plaatsen?
Hierbij besteden we aandacht aan wat werkt voor verschillende groepen leerlingen, welke niet-cognitieve onderwerpen (bijvoorbeeld welbevinden of executieve functies) bijdragen aan een soepele overstap, en hoe ouders en leerlingen zélf actief betrokken kunnen worden. Ook richten we ons op de professionele en organisatorische ruimte die scholen en schoolbesturen hebben om het advies- en plaatsingsproces goed in te kunnen richten.
We putten hierbij uit actuele inzichten en praktijkervaringen uit 10-14-onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en vernieuwingsscholen, maar ook uit het reguliere onderwijs en het volgen van het jonge kind.
Om het evidence informed werken te bevorderen, wil LEPOVO meer bekendheid geven aan de opgedane kennis wat betreft afstemming en samenwerking in volgen en toetsen bij de lerarenopleidingen (alle vormen).
Betrokken lector:
Henderien Steenbeek, Hanze Hogeschool