‘We willen inzichtelijk maken wat we van alle initiatieven kunnen leren én wat dat betekent voor hoe we nieuwe onderwijsprofessionals moeten opleiden’

Lector Patrick van Schaik is binnen het Landelijk Expertisecentrum PO-VO verantwoordelijk voor de onderzoekslijn Opleiden over grenzen van po-vo heen. In zijn werk heeft hij ervaren dat de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs vol zit met vraagstukken en grote uitdagingen. We laten de leerlingen over een kloof springen, maar de wil is er om de kloof te dichten. Doel van de onderzoekslijn is om inzichtelijk te maken wat we van alle bestaande initiatieven kunnen leren én wat dat betekent voor hoe we nieuwe onderwijsprofessionals moeten opleiden.

Hoe ben je in het onderwijs terecht gekomen?

‘Ik wilde al gymleraar worden zolang als ik me kan herinneren. Na het voortgezet onderwijs ging ik naar de Calo van Hogeschool Windesheim waar ik eerst de opleiding bewegingsagogie en psychomotorische therapie doorliep, gevolgd door de lerarenopleiding bewegingsonderwijs. Ik denk dat ik op de Calo heb geleerd dat ons onderwijs kansen moet bieden aan alle kinderen. Niet de (top)sport als norm voor het bewegen van kinderen, maar alle kinderen kansen geven om op hun eigen niveau plezier en vertrouwen te hebben in beter leren (samen) bewegen. Dat ging daar specifiek over bewegingsonderwijs, maar dat moet natuurlijk gelden voor ons hele onderwijs.’

Hoe ben je geïnteresseerd geraakt in het doen van onderzoek?

‘Tweeëntwintig jaar lang heb ik in de sporthal van het Calvijn College tussen en met de leerlingen mogen sporten en bewegen en hen vooral met elkaar laten bewegen. Na twaalf jaar ben ik dat gaan combineren met een rol als teamleider havo én het volgen van de master onderwijswetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Door die combinatie raakte ik verder geïnteresseerd in het samen leren en professionaliseren van leraren en het verbinden van praktijk- en ervaringskennis met kennis uit onderzoek. Die interesse leidde een promotietraject in aan de Universiteit van Amsterdam, bij het Research Institute of Child Development and Education, waarin ik verdieping gaf aan die interesse. Mijn promotieonderzoek combineerde ik met een nieuwe rol als onderwijskundige in het Calvijn College. Een jaar na mijn promotie ben ik in 2021 aangesteld als lector Excellence and Innovation in Education bij de HZ University of Applied Sciences in Vlissingen en Middelburg, waar ik mij – met mijn team – bezig houd met een aantal regionale onderwijskundige vraagstukken, maar ook vanuit de regio meedenk in bredere vraagstukken. Denk aan de aansluiting tussen het primair en voorgezet onderwijs, onderwijskundig leiderschap en de school als een professionele leergemeenschap. Kenmerkend voor al ons onderzoek is dat we hierin samen optrekken met praktijkpartners, zoals in de Werkplaats Onderwijsonderzoek Leesvaardigheid Zeeland en de nieuw te starten Zeeuwse Werkplaats Kansengelijkheid. Én dat ze altijd iets van ‘verbinding’ in zich hebben, zoals de verbinding tussen primair en voortgezet onderwijs of de verbinding onderwijs en werkveld.’

In mijn werk heb ik ervaren dat de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs vol zit met vraagstukken en grote uitdagingen.

Wat was de reden om je te verbinden aan het expertisecentrum?

‘In mijn werk in het voortgezet onderwijs en in mijn rol als lector heb ik ervaren dat de aansluiting tussen het primair en het voortgezet onderwijs vol zit met vraagstukken en grote uitdagingen. Ondanks alle aandacht en veelbelovende plaatselijke en regionale initiatieven blijkt dat hier nog een (onderwijs)wereld is te winnen. Zeker als het gaat om het samen werken aan een gelijker speelveld voor alle kinderen.’

‘De noodzaak om hier samen de schouders onder te zetten werd voor mij onlangs onderstreept in een onderzoeksproject van Rosalina Boer, docent-onderzoeker van ons lectoraat, en Kirsa de Jonge, projectleider doorgaande lijn po-vo in Goes en De Bevelanden. Samen met een aantal scholen voor primair onderwijs (van de scholengroepen Albero en Prisma) en twee scholen voor voortgezet onderwijs (Ostrea Lyceum en Pontes Het Goese Lyceum) doen ze onderzoek naar de beeldvorming bij leerkrachten en docenten van elkaars onderwijs. De arenagesprekken die ze organiseren bevestigen de kloof waar we onze leerlingen over laten ‘springen’, maar ook de wil om samen die kloof te dichten.’

‘Het drijft mij in ieder geval om daar via het expertisecentrum een bijdrage aan te leveren. Maar naast bovenstaande voorbeeld zijn dat ook al die initiatieven verspreid over het land om als professionals in het primair en het voortgezet onderwijs hierin samen op te trekken. Die brengen we graag via het expertisecentrum in beeld als inspirerende voorbeelden. Bovendien willen we graag inzichtelijk maken wat we overkoepelend aan al die initiatieven kunnen leren én wat dat betekent voor hoe we nieuwe onderwijsprofessionals voor het onderwijs aan acht- tot veertienjarigen moeten opleiden.’

We laten leerlingen over een kloof springen, maar de wil is er om samen die kloof te dichten.

Wie zijn jouw inspiratiebronnen?

‘Belangrijke inspiratiebronnen voor mij zijn al die collega’s die hun best doen om steeds weer de verbinding te zoeken tussen onderwijs en onderzoek, praktijk en theorie. De twee kunnen niet zonder elkaar. Het zijn geen aparte werelden, ze hebben elkaar nodig. Praktijk- en ervaringskennis verrijkt met kennis uit onderzoek en/of het zelf onderzoeksmatig werken zorgt voor professionele verdieping, beter begrip, beter handelen en dus beter onderwijs. Naast vele anderen zijn dat collega-lectoren zoals Anje Ros (Fontys) en Wouter Schenke (Penta Nova), en Monique Volman, hoogleraar bij de Universiteit van Amsterdam.’ 

‘Daarnaast noem ik graag ook nog – net als collega-lector Linda van den Bergh bij het expertisecentrum – het NRO (Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek). Hun themapagina’s op Onderwijskennis.nl bijvoorbeeld zetten voor mij een mooie toon om kennis uit onderzoek begrijpelijk, in context en toepasbaar te bundelen en te vertalen voor de breedte van ons onderwijs.’ 

Praktijk en theorie zijn geen aparte werelden, ze hebben elkaar nodig.

Waar ga je binnen het expertisecentrum onderzoek naar doen?

‘In het expertisecentrum mag ik als ‘leading lector’ de onderzoekslijn Opleiden over grenzen van po-vo heen trekken. Samen met een binnen- en buitenkring van verschillende onderwijsprofessionals gaan we met het oog op samen opleiden de komende periode aan de slag met een plan opstellen voor het samenbrengen, bundelen en inzichtelijk maken van beschikbare kennis en inzichten, van mooie en inspirerende voorbeelden uit het hele land en voor het ophalen van vragen voor onderzoek. Welke kennis is er al? Hoe kunnen we elkaar inspireren vanuit de mooie initiatieven die er al zijn? Waar lopen we daarin tegenaan? Wat kunnen we leren van het Platform Samen Opleiden, waar het voornamelijk gaat over het samen opleiden tussen opleiding en werkveld? Welke inzichten geven de pilots Oudere Kind en de voorzichtige initiatieven om pabo’s en tweedegraadslerarenopleidingen meer met elkaar te verbinden? Wat leren we van de pilots 10-14 onderwijs als het gaat om het samen opleiden van onderwijsprofessionals voor deze doelgroep? En welke vragen liggen er waar we samen dieper in willen duiken? Dit en veel meer zijn voorbeelden van vragen waar we de komende tijd graag samen met alle betrokkenen mee aan de slag zullen gaan.’ 

Wat is de meerwaarde van het expertisecentrum?

‘Een rode draad in mijn eigen onderwijscarrière is de verbinding tussen onderwijs en onderzoek. In mijn eigen proefschrift ging het om drie woorden: samen benutten, co-creëren en delen van kennis, inzichten en nieuwe onderwijspraktijken. Dat is precies waar voor mij de meerwaarde van het expertisecentrum ligt: samen in beeld brengen en benutten van datgene wat er al is, samen daaraan in onze eigen contexten betekenis geven, nieuwe kennis, inzichten én vooral praktijken creëren, en dat tot slot breed toegankelijk maken. Natuurlijk met de grote nadruk op het samen met een breed pallet aan onderwijsprofessionals met verschillende perspectieven uit onderwijs, opleiding en onderzoek. Daarnaast ligt de meerwaarde van het expertisecentrum voor mij in het vernieuwende: de aandacht voor het opleiden over de bestaande grenzen van onderwijs en opleidingen voor primair en voortgezet onderwijs heen.’ 

Hoe zie je jouw rol binnen het expertisecentrum?

‘Voor mij ligt een belangrijke taak van het expertisecentrum om kennis uit onderzoek praktijkgericht te bundelen en toegankelijk te maken en zo – in ons geval – lerarenopleiders te ondersteunen in het onderbouwd vormgeven van de opleidingen, maar ook de verdere verbinding tussen opleidingen voor primair en voortgezet onderwijs. Let wel, dat is voor mij zowel kennis uit onderzoek – bestaand of zelf uitgevoerd – als inspiratie en inzichten uit mooie praktijkvoorbeelden. Die brengen we graag in beeld.’

Patrick van Schaik
Lector Landelijk Expertisecentrum PO-VO


Laatste bijdragen

 
Volgende
Volgende

‘Wat is nodig om de leerlingen in hun ontwikkeling en leerproces binnen het primair en voortgezet onderwijs beter te kunnen volgen en kansrijk te kunnen adviseren?’